NPO
NTR

Ravioli Napoletana uit De Zilveren Lepel voor kinderen

In de uitzending van vrijdag 26 maar bespreken Karin van Munster en Jannekee Kuijper het kookboek De Zilveren Lepel voor Kinderen.

Ravioli Napoletana

Ravioli Napoletana, op de foto het resultaat van jongste bediende Jannekee Kuijper

Ravioli zijn kleine pastakussentjes die verschillende vullingen kunnen hebben. Als je dit recept een keer hebt geprobeerd, kun je andere vullingen proberen, zoals pompoen met ricotta.

VOOR 4 personen VOORBEREIDEN  5 minuten BEREIDEN 50 minuten

4 personen 2 uur 5 minuten

1 hoeveelheid tomatensaus (zie blz. 86-89)*

VOOR HET VERSE PASTADEEG:

300 g Italiaanse bloem type 00 of broodmeel —
3 grote scharreleieren

VOOR DE VULLING:

100 g ricotta (zachte kaas)
100 g gekookte ham
1 takje verse bladpeterselie
1 scharrelei
100 g mozzarella
100 g Parmezaanse kaas

Maak de tomatensaus door stap 1 t/m 5 op blz. 88-89* te volgen. Zet weg. De saus heb je later nodig om op te dienen met de ravioli.

Zet tomaten op met knoflook en suiker. Foto: Jannekee Kuijper

Maak het pastadeeg door stap 1 t/m 3 op blz. 74-77 te volgen**.

Deeg na het kneden inpakken in een vochtige doek. Foto: Jannekee Kuijper

Je hebt meer bloem en eieren nodig, maar je maakt het deeg op dezelfde manier. Dek het deeg af met een vochtige theedoek en laat het 30 minuten rusten.

Maak de vulling: doe de ricotta in een kom en roer hem los met een houten lepel. Scheur de ham in kleine stukjes en voeg hem bij de ricotta.

Knip met een schaar de blaadjes peterselie in kleine stukjes en doe ze bij de ricotta. Breek het ei in een kommetje (zie blz. 14-15) en roer het los met een vork. Schenk het ei bij de ricotta.

Haal de mozzarella uit het vocht en scheur de kaas in kleine stukjes. Voeg ze bij de ricotta.

Rasp de Parmezaanse kaas voorzichtig, met je vingers op voldoende afstand van de rasp (zie blz. 14-15) en voeg hem bij de ricotta. Meng alles, dek het af en zet het in de koelkast tot je het nodig hebt.

Vulling. Foto: Jannekee Kuijper

Vul een grote pan voor driekwart met water en breng dat aan de kook. Draai het vuur laag en laat het water zachtjes koken zodat de ravioli er meteen in kan als hij klaar is.

Pak het pastadeeg dat je gemaakt hebt, snij het in tweeën en doe de ene helft terug in de vochtige theedoek. Pastadeeg dat je niet gebruikt moet je altijd afdekken om het vochtig te houden. Rol de andere helft van het pastadeeg zo dun mogelijk uit tot het zo groot is als een A4’tje.

Druk rondjes uit het deeg met een steekvorm of een glas. Begin aan de ene kant en schuif steeds een eindje op om zo veel mogelijk rondjes uit het deeg te kunnen steken. Ga snel te werk want anders droogt het deeg uit. Je hebt een even aantal rondjes nodig, liefst 16.

Vul een kommetje met water. Schep wat vulling in het midden van 8 pastarondjes, maak je vinger nat in het kommetje en strijk hiermee over de randjes van de ravioli. Leg de andere 8 cirkels erbovenop zodat je 8 raviolikussentjes hebt. Druk met je vingers voorzichtig de randen van de pastacirkels op elkaar zonder dat er lucht in de pakketjes achterblijft. Dit is belangrijk – als je de ravioli niet goed sluit, kan de vulling tijdens het koken vrijkomen. Herhaal dit met de andere helft van het pastadeeg en de rest van de vulling.

Ravioli in de maak. Foto: Jannekee Kuijper

Kook de ravioli ongeveer 5 minuten of tot de pastakussentjes boven komen drijven. Haal er met een schuimspaan voorzichtig een uit het water en proef of deze gaar is. De pasta moet zacht zijn en mag niet ‘rauw’ smaken. Dien de ravioli op met de tomatensaus.

*Tomatensaus van blz 88-89

400 g tomatenblokjes uit blik
1 theelepel lichte basterdsuiker
1-2 teentjes knoflook, afhankelijk van hoe lekker je knoflook vindt —
10 blaadjes vers basilicum
2 eetlepels olijfolie

Doe de tomatenblokjes in een pan en voeg de suiker toe.

Kneus de teentjes knoflook licht met een deegroller, pel ze en doe ze bij de tomaten.

Breng de tomaten aan de kook, doe het deksel op de pan en laat 40 minuten op heel laag vuur sudderen. Roer af en toe met een houten lepel.

Haal de tomatensaus van het vuur, scheur het basilicum in stukjes en roer deze met de olie door de saus.

 

**Stap 1 t/m 3  van het pastadeeg op blz. 74-77

Zeef de bloem in een grote beslagkom of op een schoon werkvlak als je zeker weet dat dat gaat lukken. Maak een kuiltje in het midden zodat je de bodem van de kom ziet.

Breek de eieren in een kommetje (zie blz. 14-15) en schenk ze in het kuiltje. Gebruik nu de vingertoppen van één hand als lepel en meng eierdooiers en eiwitten door elkaar.
Meng langzaam; terwijl je roert zal er langzaam steeds meer bloem in het ei vallen tot alles goed is gemengd.

Je kunt nu beide handen gebruiken om alle bloem en ei bij elkaar te grijpen om een deegbal te maken. Als je het moeilijk vindt alle bloem op te laten nemen door het deeg, maak dan je handen nat met water en ga verder met mengen.