Luisteraar Merel Gorter stuurde het recept van haar vader in; hij vond het in een huis aan huis blaadje én het gerecht werd tevens als 'test' ingezet als nieuwe vriendjes van zijn dochters kennis kwamen maken.
400 g magere varkenslapjes
100 g gekookte ham dikke plak
2 groene paprika’s
½ blik abrikozen op lichte siroop
1 ui
milde kerriepoeder
bloem
bouillontablet
zoete ketjap benteng manis
Vlees droogdeppen met keukenpapier
Snijdt het vlees en de ham in reepjes of blokjes
Laat abrikozen uitlekken
Vang het vocht op
Maak paprika’s schoon en snipper uitje ragfijn.
50 gram boter verhitten in pan met hoge rand of wok.
Wacht tot schuim is weggetrokken.
Fruit de uit tot deze glazig ziet.
Voeg het vlees toe en laat het onder omscheppen en roeren zolang bakken tot het een bruine kleur heeft. Strooi zout, peper en anderhalve theelepel milde kerriepoeder (Kerrie Djawa) over. Schep alles om en voeg de paptirka’s toe. Strooi er door een zeefje anderhalve eetlepel bloem over. Schep alles goed om en schenk er 2,5 deciliter bouillon en 1 deciliter vocht uit het blikje met abrikozen bij. Roer alles nogmaals om en breng aan de kook. Temper de warmtebron en laat alles gedurende tien minuten zachtjes sudderen. Voeg 1 a 2 eetlepels ketjap, de ham en de abrikozen toe. Schep alles om en dien op als de ham en de abrikozen door en door warm zijn geworden. Energie per portie , bereidingstijd 45 minuten.