Taiwanese gefrituurde kip, naar recept van Bas Robben uit zijn boek Vet, Uitgeverij Good Cook (2018)
Ingrediënten
600 g. kipdijfilet, in lange repen van 1-2 cm gesneden
arachideolie, om in te frituren
200 g zoete aardappelzetmeel (toko)
100 g tarwebloem
handvol Thaise basilicumblaadjes
ook nodig: frituurpan of wok
topping
1 el fivespicepoeder
1½ el witte peper
1 el paprikapoeder
fijn zout, naar smaak
marinade
50 ml lichte sojasaus
50 ml shaoxing rijstwijn
5 cm gemberwortel, geraspt
4 teentjes knoflook, geraspt
2 el fivespicepoeder
2 el geroosterde sesamolie
2 el suiker
snuf zwarte peper
Bereidingswijze
Meng de kipdijfilet in een grote kom met alle ingrediënten voor de marinade. Dek af en laat in de koelkast minstens 4 uur marineren, maar liever nog de hele nacht. Roer een keer door.
Maak voordat je gaat frituren de topping: meng daarvoor de ingrediënten met elkaar met uitzondering van het zout, dat voeg je naar smaak toe. De hoeveelheid daarvan is namelijk erg persoonlijk (ik gebruik meer dan de dokters zouden aanraden). Je wilt een mengsel dat goed op smaak is en ietwat overdreven naar witte peper smaakt. Dat is juist Taiwanees en echt heel lekker als je het straks op dat krokante kippetje proeft.
Verwarm dan de arachideolie in een frituurpan of wok tot 180°C. Strooit het zoete-aardappelzetmeel en de tarwebloem in een diep bord en meng door elkaar. Haal met stokjes (als je zo vaardig bent, anders met je handen) de kip uit de marinade en hussel door het meelmengsel. Schud het teveel eraf en laat steeds 6-7-8 stukjes kip in de hete olie vallen langs de rand van de wok (of in je frituurmandje). Frituur de kip in zo'n 4 tot 5 minuten goudbruin en voeg de laatste 20 seconden steeds wat Thaise basilicum toen. Schep de kip en Thaise basilicum dan uit het vet en leg in een met keukenpapierproppen en -vellen bekleed vergiet. Bestrooi met wat van de topping. Herhaal zo met de rest van de gemarineerde kip.